Voor abonnees Hinder bij beweegbare constructieonderdelen - Verbeelding Bouwbesluit art. 2.51
In dit artikel leest u meer over hinder bij beweegbare constructieonderdelen toegelicht met afbeeldingen.
In dit artikel leest u meer over hinder bij beweegbare constructieonderdelen toegelicht met afbeeldingen.
De omhullende constructie van een gebruiksfunctie laat van nature een zekere mate van lucht door. Het doel van dit artikel is te bereiken dat deze luchtdoorlatendheid zo wordt beperkt, dat er ook bij sterke wind, slechts een beperkte mate van warmteverlies ten gevolge van tocht optreedt. De eis aan de beperking van de luchtdoorlatendheid is evenals de eis aan de thermische isolatie (artikel 5.3), een vangneteis bij gebruiksfuncties waarvoor een EPC-eis geldt.
In dit artikel is aangegeven wanneer een gebruiksfunctie een integraal toegankelijke toilet- of badruimte moet hebben. Iedere integraal toegankelijke toilet- en/of badruimte moet in een toegankelijkheidssector liggen. Dit volgt uit de begripsbepalingen in artikel 1.1, een integraal toegankelijke toiletruimte is een toiletruimte in een toegankelijkheidssector. Voor de integraal toegankelijke badruimte geldt een soortgelijke definitie.
Met dit voorschrift is een landelijk geharmoniseerde systematiek tot stand gekomen waardoor er geen directe behoefte meer is om in relatie tot gebouwprestaties materiaalvoorkeuren uit te spreken, noch op inhoudelijke gronden een voorkeur uit te spreken voor de diverse (reken)systemen.
Bij een calamiteit is adequate communicatie tussen publieke hulpverleners essentieel om goed te kunnen functioneren. In veel gevallen zijn hiervoor geen extra voorzieningen nodig. In dit artikellid wordt een specifiek voorschrift gegeven. Dit voorschrift is gericht op een groot aantal bezoekers.
Een automatische brandblusinstallatie (bijvoorbeeld een sprinklerinstallatie) heeft tot doel een beginnende brand te blussen of een brand onder controle te houden, zodat de omvang van de brand beperkt wordt.
Het kunnen redden van personen bij brand en het bestrijden van brand door de brandweer kan in sommige gevallen (bijvoorbeeld bij hoogbouw) meebrengen dat in het gebouw een brandweerlift aanwezig moet zijn.
Dit artikel heeft betrekking op draagbare en verrijdbare blustoestellen. Mobiele blustoestellen hebben in het algemeen slechts een aanvullende functie op de in artikel 6.28 voorgeschreven brandslanghaspels.
Het eerste lid en het tweede lid schrijven voor in welke gevallen een brandslanghaspel aanwezig moet zijn. Met een brandslanghaspel kan de gebruiker een beginnende brand, die gewoonlijk slechts één brandhaard heeft, zelf blussen.
Op grond van tabel 6.19 van Bouwbesluit 2012 zijn onder de in dit artikel aangegeven omstandigheden rookmelders voorgeschreven voor de woonfunctie, de bijeenkomstfunctie voor kinderopvang voor kinderen jonger dan vier jaar en de logiesfunctie.
In dit artikel zijn de eisen aan brandmeldinstallaties opgenomen.
Openingen in inwendige scheidingsconstructies tussen een brand- of subbrandcompartiment en een buiten dat compartiment gelegen ruimte zouden de weerstand van zo'n constructie tegen branduitbreiding of rookdoorgang tenietdoen. Daarmee zou ook niet meer worden voldaan aan de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen de betreffende ruimten.
Doel van dit artikel is te waarborgen dat deuren in vluchtroutes het vluchten bij brand zo min mogelijk hinderen.
De vluchtrouteaanduiding is bedoeld om de gebruiker van een gebouw duidelijkheid te geven over het verloop van vluchtroutes, zodat ook personen die niet of minder bekend zijn met een specifieke vluchtroute of zich door rook of duisternis niet meer kunnen oriënteren, voldoende snel het aansluitend terrein kunnen bereiken.
Dit artikel heeft betrekking op opstelplaatsen voor brandweervoertuigen bij bouwwerken die voor het verblijf van personen zijn bestemd.
Dit artikel bevat voorschriften ten behoeve van de bereikbaarheid van gebouwen en van bouwwerken geen gebouw zijnde waarin personen kunnen verblijven, voor brandweervoertuigen en voertuigen van andere hulpverleningsdiensten.
Om een snelle en adequate inzet mogelijk te maken, moet de brandweer een bouwwerk op eenvoudige wijze kunnen betreden. Het is daarom van groot belang dat de brandweer direct weet waar het gebouw kan worden betreden.
De mogelijkheden om uit een bouwwerk bij brand voldoende snel en veilig te kunnen vluchten, worden in grote mate bepaald door de doorstroomcapaciteit voor personen.