Bouwkwaliteit in de Praktijk 6 - 2024
Deze editie van Bouwkwaliteit in de Praktijk heeft als thema de energietransitie.
Deze editie van Bouwkwaliteit in de Praktijk heeft als thema de energietransitie.
Met welke eisen en wet- en regelgeving krijg je te maken als je voorzieningen voor laadpunten wilt installeren
Optoppen. Oftewel: het toevoegen van woningen door een bestaand gebouw te verhogen met één of meerdere bouwlagen. Verschillende bouwers zijn er inmiddels mee begonnen. Wat kost dat eigenlijk: optoppen?
De transitie van fossiele energiebronnen naar hernieuwbare energiebronnen heeft een grote impact op de lokale fysieke leefomgeving. Op Europees, nationaal en lokaal vlak zijn er forse ambities. Maar hoe kan al dat ambitieuze beleid nu landen in concrete juridische kaders voor bouw- gebiedsontwikkeling in het omgevingsplan? Denk aan de toepassing van zonnepanelen, warmtepompen en warmtenetten en de gevolgen van netcongestie.
We willen in Nederland van het aardgas af. Dat betekent dat voor veel nieuwe, maar ook bestaande woningen een warmtepomp in beeld komt voor verwarming en warm tapwater. In de meest populaire (hybride) warmtepomptoepassingen wordt een woningeigenaar opgezadeld met een buitenunit. Naast dat dit buitendeel geluid produceert, moet je er ook maar plek voor hebben. Er zijn inmiddels meerdere lucht/water-warmtepompen die hybride of all-electric kunnen worden toegepast zonder buitendeel. Dit lijkt de ultieme oplossing, maar ook een warmtepomp zonder buitenunit kent zijn beperkingen.
VMN media en BouwKennis bereikten overeenstemming over de overname van BouwKennis BV door VMN media per 1 september 2024.
In 2023 was het aandeel hernieuwbare energie 17 procent van het totale energieverbruik in Nederland. Een jaar eerder was dit 15 procent. Deze stijging komt vooral doordat het energieverbruik van wind- en zonne-energie is gestegen. De grootste hoeveelheid hernieuwbare energie komt nog steeds uit biomassa, hoewel het energieverbruik uit deze bron licht is gedaald. Dit blijkt uit voorlopige cijfers van het CBS.
Directe zoninstraling heeft een grote invloed op oververhitting bij nieuwbouwwoningen. In 2021 introduceerde de overheid daarom de TOjuli-eis. Het doel daarvan is om in nieuwbouwwoningen het groeiende probleem van oververhitting in de zomer te beperken. In het recente verleden was het hebben van actieve koeling in een nieuwbouwwoning voldoende om vrijstelling te krijgen voor de TOjuli-eis. Sinds 1 juli 2024 is dit niet meer zo. Er gelden nu aanvullende voorwaarden om aan te tonen dat het risico op oververhitting voldoende wordt beperkt.
Met het toenemend gebruik van thuisaccu's in combinatie met zonnepanelen voor particulieren en klein zakelijk gebruik is het goed om te weten welke regelgeving van toepassing is.
Op 21 februari 2017 stemde de Tweede Kamer in met de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Even daarvoor stemden de volksvertegenwoordigers voor twee nagenoeg identieke, maar rammelende moties om de Wkb voorlopig niet op monumenten toe te passen. De Kamer sprak specifiek over rijksmonumenten, omdat de parlementariërs dachten dat ze niks mochten zeggen over toepassing van de Wkb op gemeentelijke en provinciale monumenten. Dat mochten en mogen ze wel en daarom legde de minister uit dat hij in de uitwerking alle (voor)beschermde monumenten zou betrekken.
Organisaties worden in toenemende mate verplicht om te rapporteren over duurzaamheidsaspecten, waaronder CO2-uitstoot, afvalstromen, (her)gebruik van materialen en energiegebruik. Diverse duurzaamheidscertificeringen kunnen helpen om de duurzaamheidsprestaties van een gebouw of bouwproduct gedetailleerd in kaart te brengen. De afkortingen vliegen je om de oren maar wat betekenen ze nou?
Huidige wetten, normen en praktijkrichtlijnen voor de bescherming tegen burengeluiden zijn verouderd. Ze stammen letterlijk uit een stenen tijdperk en zijn ongeschikt voor lichtere bouwconstructies zoals houtbouw. Het is de hoogste tijd voor aanpassing, in het belang van milieuvriendelijke, duurzame en gezonde gebouwen, voor nu en voor de toekomst.
Vloerafscheidingen bij raamopeningen van nieuw te bouwen woonfuncties moeten sinds Bouwbesluit 1992 minimaal 0,85 m hoog zijn. De prestatie-eis voor bestaande bouw is lager: minimaal 0,6 m hoog. Doel hierbij is te voorzien in een minimaal gewenste veiligheid, het zoveel mogelijk voorkomen van vallen van de vloer. De lagere eis voor bestaande bouw komt voort uit verworven rechten. Per 1 juli 2024 is daar verandering in gekomen voor huurwoningen.
Regels over de inrichting van ruimten en ventilatie voor horeca waren opgenomen in het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet (Besluit DHW). Waarbij vermeld moet worden dat de ventilatie-eis nog uit de tijd stamt dat roken in horeca toegestaan en gebruikelijk was. Het Besluit DHW heeft plaatsgemaakt voor de Alcoholwet waarmee inrichtings- en ventilatie-eisen zijn komen te vervallen. Maar tijdens de COVID-19 pandemie zijn tijdelijk strengere regels gesteld aan ventilatie. Deze veranderingen hebben geleid tot aanpassingen in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) per 1 juli 2024.
Nieuwbouwprojecten en bestaande bouw worden geconfronteerd met steeds strengere eisen op het gebied van energie- en milieuprestatie. Wat betekent dit voor monumenten? De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed geeft hiervoor richtlijnen, bedoeld voor gemeenten in hun rol als vergunningverlener. Door een uniforme afweging van duurzaamheidsingrepen in monumenten ontstaat er meer duidelijkheid voor de vergunningverleners maar ook voor de markt.
Op 24 april ontvingen zes bouwbedrijven voor het eerst een typegoedkeuring voor hun modulaire woningen, een mijlpaal. Opdrachtgevers, kwaliteitsborgers en gemeenten kunnen er nu op vertrouwen dat deze in de fabriek gebouwde woningen voldoen aan alle eisen van de bouwregelgeving. Daardoor hoeft straks niet meer elke woning, op elke nieuwe plek opnieuw en afzonderlijk beoordeeld te worden. En dat leidt tot versnelling van de procedures.
Een bouwplan bestaat uit een aantal eengezinswoningen en een appartementengebouw. De eengezinswoningen vallen onder gevolgklasse 1, het appartementengebouw niet. Moet dit bouwplan gesplitst worden in een Wkb-traject en een vergunningstraject? Of kan de bouwer er voor kiezen om een omgevingsvergunning voor bouwen voor het hele bouwplan aan te vragen? Met andere woorden: wie of wat bepaalt de omvang van een bouwactiviteit?
De Omgevingswet is alweer een half jaar een feit en traditiegetrouw verandert er per 1 juli weer het een en ander in de wetgeving. In dit online magazine van Bouwwetten zetten wij de wijzigingen overzichtelijk voor u op een rij. Wat verandert er precies? Wat betekent dit voor u? En welke wijzigingen kunnen we nog verwachten?