Voor abonnees Voorkeursrecht en onteigening volgens het Omgevingsbesluit
Het Omgevingsbesluit behandelt specifieke eisen aan de voorkeursrechtbeschikking en onteigeningsbeschikking. In dit artikel wordt hier wat meer informatie over gegeven.
Het Omgevingsbesluit behandelt specifieke eisen aan de voorkeursrechtbeschikking en onteigeningsbeschikking. In dit artikel wordt hier wat meer informatie over gegeven.
Via de Aw-natuur voorziet artikel 8.1 van de Omgevingswet erin, dat binnen elke provincie een of meer faunabeheereenheden zijn, die voor hun werkgebied een faunabeheerplan vaststellen, dat goedkeuring behoeft van GS van de betrokken provincie.
In aanvulling op de specifieke taakopdrachten van de overheid voor de fysieke leefomgeving bevat afdeling 2.6 van de Omgevingswet enkele bijzondere taken en bevoegdheden voor het uitvoeren van deze taken (MvT Ow, blz. 87).
In afdeling 2.4 van de Omgevingswet worden enkele specifieke (beheer)taken expliciet toebedeeld. Het gaat hier in het bijzonder om de afbakening van taken tussen het functioneel en algemeen bestuur en om de toedeling van enkele specifieke beheertaken, die niet zonder meer uit de algemene verantwoordelijkheid van de gemeenten, provincies of het Rijk zijn af te leiden, zoals specifieke watertaken en taken op het gebied van de infrastructuur.
Wanneer taken en bevoegdheden goed op decentraal niveau kunnen worden behartigd, worden deze ook aan dat niveau overgelaten. Het Rijk regelt niet meer dan nodig is (decentraal, tenzij). In dit artikel meer informatie hierover.
Hoofdstuk 4 van het Bkl bevat de inhoudelijke randvoorwaarden voor programma's.
Hoofdstuk 3 van het Bkl bevat instructieregels voor de uitvoering van een aantal specifieke taken. De betreffende instructieregels hebben betrekking op zwemlocaties, watersystemen, openbare vuilwaterriolen, geluid door wegen, spoorwegen en industrieterreinen, toevalsvondsten van bodemverontreiniging, natuurgebieden en gasverbrandingsinstallaties. Ook worden regels gesteld over de Noordzee om overeenkomstig de Europese Kaderrichtlijn Mariene Strategie een goede milieutoestand te bereiken.
Een omgevingswaarde bepaalt voor de fysieke leefomgeving (of een onderdeel daarvan) de staat of kwaliteit, de toelaatbare belasting door activiteiten of de toelaatbare concentratie of depositie van stoffen. Er zijn rijksomgevingswaarden en decentrale omgevingswaarden. In dit artikel lees je daar meer over.
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (hierna tevens te noemen: Bkl of dit besluit) bevat de inhoudelijke kaders voor overheidsorganen, waarbinnen zij hun taken en bevoegdheden op het terrein van de fysieke leefomgeving uitoefenen. In dit artikel meer toelichting,
Het instrument in de wet voor het realiseren van grote ruimtelijke projecten is het projectbesluit. Met het projectbesluit wordt een slagvaardige procedure beoogd voor waterschappen, provincies en het Rijk voor projecten, waarbij een overheidsorgaan de verantwoordelijkheid heeft voor publieke doelen, zoals infrastructuur en waterveiligheid.