Alle vergunningsaanvragen voor nieuwbouw worden sinds 1 januari 2021 getoetst aan de eisen voor BENG. Het moet gebouwgebonden energiegebruik zoveel mogelijk beperken. Bovendien moet de gebruikte energie zoveel mogelijk afkomstig zijn van hernieuwbare energiebronnen. Dit alles moet leiden tot het terugdringen van de vraag naar fossiele energiebronnen. We gaan in op de betekenis van BENG met praktische voorbeelden.

In Nederland wordt voor het vaststellen van de energieprestatie gebruik gemaakt van de bepalingsmethode NTA 8800. Bij de beoordeling of er aan de voorschriften uit de regelgeving wordt voldaan is deze bepalingsmethode verplicht voorgeschreven, maar ook voor andere toepassingen wordt deze rekenmethode veel gebruikt. Met een NTA 8800-berekening kunnen de BENG-waardes (nieuwbouw) en het energielabel (nieuwbouw en bestaande bouw) worden bepaald, maar ook de warmteweerstanden en warmtedoorgangs-coëfficiënten [Rc- en U-waardes] waaraan eisen worden gesteld.

In de Nederlandse wetgeving zijn eisen gesteld aan de energieprestatie en energiezuinigheid van gebouwen. Wat zijn de publiekrechtelijke eisen van energieprestatie en energiezuinigheid van gebouwen; wanneer geldt welke eis?

Een energieprestatievergoeding (EPV) kan in rekening worden gebracht bij zeer energiezuinige huurwoningen. De regeling geldt uitsluitend voor verhuurders om de investering voor een (zeer) energiezuinige woning deels terug te verdienen door het vragen van een vergoeding aan de huurder. Wat zijn de eisen en de aandachtspunten?

Hoe zit het ook al weer met BENG, ENG, ZEB, WEii, Paris Proof en NTA 8800? Het Praktijkboek Energieprestatie in de gebouwde omgeving geeft uitleg en biedt context. Die kennis helpt om afgewogen keuzes te maken bij het verduurzamen van nieuwbouw of bestaande bouw, menen de auteurs. "We willen vooral laten zien: deze smaken zijn er allemaal."

We werken alweer 1.5 met de Omgevingswet. Sinds de inwerkingtreding van het Bbl is het besluit inmiddels vier keer gewijzigd. Per 1 juli 2025 is het Bbl opnieuw aangepast en ook per 1 januari 2026 zijn er wijzigingen aangekondigd. Wat betekent dit voor uw dagelijkse werkzaamheden? In dit online magazine van Bouwwetten zetten wij de wijzigingen overzichtelijk voor u op een rij. Wat verandert er precies? Wat betekent dit voor u? En wat kunnen we nog verwachten?

Vanaf 1 januari 2028 moet voor nieuwe gebouwen met een bruikbare vloeroppervlakte van meer dan 1.000 vierkante meter de 'life cycle global warming potential' (LC GWP) worden berekend en vermeld op het energieprestatiecertificaat van het gebouw. Deze eis geldt vanaf 1 januari 2030 voor alle nieuwe gebouwen. Dit volgt uit de vierde herziening van de Energy Performance of Buildings Directive (EPBD IV) die een jaar geleden gepubliceerd is. Maar wat is het eigenlijk?

De nieuwe versie van de Europese richtlijn energieprestatie gebouwen biedt diverse aanscherpingen en een andere invulling van de energielabels. Met bovendien focus op uitstoot van emissies. Nieman-adviseur Harm Valk is daar blij mee.

Vanaf 2030 moeten alle nieuwe gebouwen voldoen aan de norm zero-emission building (ZEB). Dat betekent dat nieuwe gebouwen geen koolstofemissies meer mogen hebben uit fossiele brandstoffen. Voor publieke nieuwe gebouwen gaat deze verplichting al in vanaf 2028. Dit volgt uit de vierde herziening van de Energy Performance of Buildings Directive (EPBD IV). In dit artikel gaan we gaan in op deze richtlijn.

Vanaf 2027 moet ook de materiaal gebonden milieuprestatie vermeld worden op het energieprestatiecertificaat. Hiermee zetten we eindelijk een noodzakelijk stap naar integraal sturen op duurzaam bouwen. In december 2023 is er een Europees politiek akkoord bereikt over de herziening van de richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD IV) die hiervoor het kader vormt. De belangrijkste doelstellingen van de herziening zijn dat alle nieuwe gebouwen in 2030 emissievrij zijn en dat alle bestaande gebouwen in 2050 zijn omgevormd tot emissievrije gebouwen.